Wie voor een (dag)opname de Ziekenhuisgroep Twente, vestiging Hengelo binnenloopt wordt geacht zich te melden bij de balie "Gastenbegeleiding". Van daaruit begeleidt (jawel) een vriendelijke dame de enigszins nerveuze gast en zijn (of haar) nog een stuk nerveuzere partner naar het juiste bed op de juiste afdeling.
Pas ter plekke aangekomen verandert de gast in een patiënt. Deze metamorfose is kenbaar aan het feit dat hij (of zij) vanaf dat moment een lichtblauw, enkel kledingstuk aan heeft dat niet aan de voorkant maar aan de achterkant sluit (en dat maar zeer matigjes).
Half negen melden impliceert een ingreep in de loop van de ochtend. Meer hoeft de patiënt gegeven zijn onbeperkte hoeveelheid tijd niet te weten. Tijdsbesef in een ziekenhuis is sowieso een merkwaardig fenomeen: niets doet er toe behalve de operatie en de bijbehorende voorbereiding en herstel achteraf, dus de dag heeft bijzonder weinig reliëf. Je verveelt je dood, naderhand lijkt het allemaal heel snel te zijn gegaan. Mijn OK zou om 10:00 klaar zijn voor ontvangst; maar even later leek er haast bij te zijn, zodat ik snel mijn blauwe voorschoot aanschoot en Elise huiswaarts ging. Ik moest aan diverse medische functionarissen uitleggen hoe ik heette, wanneer ik geboren was, wat er volgens mij vandaag gebeuren moest, en of ik allergieën had. Er werd een grote pijl op mijn rechterbeen gezet (na mijn bevestiging dat het echt rechts was - waar het gips zat). Vervolgens vertraagde alles weer.
Volgende stadium: antechambre (of een analoge term). Mijn lichaam werd aan een viertal slangen en snoeren gekoppeld: infuus, hart, bloeddruk, zuurstofgehalte. Een monitor vijf meter verderop gaf alle data weer, even later ook die van mijn buren die links en rechts geparkeerd werden. Sommigen hadden geen hartslag. Mijn overbuurman van de afdeling kwam na mij binnen maar mocht voor mij weer weg. Niet eerlijk. Ik verveelde me dood: het enige vermaak was dat mijn hartslagmeting in de war raakte op het moment dat mijn bloeddrukmeting aan de gang was. Maar naderhand leek er haast geen tijd verstreken te zijn toen ik om 10:45 de OK binnengereden werd. Toen het besef doordrong dat ik tijdens de operatie op mijn buik zou liggen werd er snel nog een tweede pijl áchterop mijn been gezet (na mijn bevestiging dat het echt rechts moest zijn - waar het gips zat). Surreëel maar vast geen sinecure. Twee bedden links van mij was een patiënt al in z'n linkeroog gedruppeld terwijl hij toch echt een ingreep aan z'n rechteroog verwachtte.
|
Hier is het gebeurd! |
OK. Handje van de anesthesist, handje van de chirurge. Ik wist nog steeds mijn naam, geboortedatum, welke ingreep ik verwachtte. Het bed werd naast de operatietafel geparkeerd, zodat ik verdoofd en wel zonder al teveel moeite daarop gekieperd zou kunnen worden. Daarna
werd ik wakker in de uitslaapkamer alsof er geen tijd verstreken was, hoewel ik merkwaardig genoeg wel in een droom verwikkeld was. Ze zeggen dat (sommige?) dromen pas in de seconde voor het wakker worden ontstaan, maar dan voelen alsof ze heel lang geduurd hebben. Het gips om mijn been (het rechter!) zat wat steviger en was nu lentegroen. Een hoopvol teken.
|
Skischoen in plaats van gips: Want! |
Ik was duf maar niet misselijk, tot mijn vreugde. Bepaald hongerig en koffiebehoeftig ook: die ochtend niet gegeten, en de laatste caffeïnestoot was ook al zo'n 16 uur geleden. Nadat ik blijk had gegeven te weten wie ik was werd ik naar m'n kamer gereden, waar uiteindelijk in beide behoeften voldaan werd. De informatiebehoefte volgde: waarom had ik zo'n pijn in mijn keel, en o ja, hoe was de operatie eigenlijk verlopen? Het eerste bleek het gevolg te zijn van de buis in mijn keel tijdens de operatie, noodzakelijk voor beademing. Het enige nadeel aan een totale verdoving dat ik vooralsnog heb ontdekt. Voor het tweede kreeg ik nog wat later de chirurge aan de lijn, die tegen die tijd in de vestiging Almelo was; ze vertelde me dat ze de peesscheur wat lager had verwacht dan waar ze 'm uiteindelijk had aangetroffen, daarom was de snee wat langer geworden. Had ik ze wel kunnen vertellen misschien (ik weet waar ik die knap voelde), maar ja, dat is me nou net niet gevraagd. Ach ja, een paar centimeter meer of minder: de jaap die ze 33 jaar geleden nodig hadden om iets uit mijn linker knieholte te verwijderen slaat toch alles. Littekens zijn het geheugen van het lichaam.
Ik veranderde weer van patiënt in gast, en Elise haalde me rond 15:00 op. Het lentegroene gips moet twee weken blijven zitten; daarna tape, oefenen, langzaam de voet weer recht krijgen. Ik ben in het bezit van een afspraak op 29 januari, een dag waarvan mijn agenda tot voor kort liet zien dat ik in Brussel zou zijn - bijna die hele week trouwens. Dag Brussel!
Erik, die in Zwitserland woont, was verbaasd dat er hier überhaupt gips aan te pas komt. Hij had het over nifty skischoenen die dezelfde functie zouden vervullen. Dat zou ik ook wel willen. Hij gaf me trouwens weinig hoop dat je daarmee ook daadwerkelijk kan skiën; ik heb mijn skivakantie begin februari maar afgezegd, al heb ik dan ook tegen die tijd geen gips meer.