Thursday 29 January 2015

De snellervoetige

Vandaag was het dan zover: de ingegipste patiënt is getransformeerd in een ingetapete patiënt! Een kleine stap voor de mensheid, een aanzienlijke stap voor mij.

Voordat ik vastleg hoe men zoiets in Hengelo aanpakt moet ik nog even het verhaal van het zielige handje afmaken. Een achteraf overbodig elektronisch consult bij de huisarts (die anders dan een groot deel van de medische stand wél het digitale tijdperk omarmd heeft) bevestigde dat een klacht zoals die aan mijn rechterhand hoogstwaarschijnlijk aan overbelasting door krukken te wijten was, en dat ik daarmee bij een fysiotherapeut aan het juiste adres zou zijn. Snel dus een afspraak gemaakt, bij een praktijk die in principe op rolbare afstand ligt. Helaas liet het weer niet toe dat daadwerkelijk uit te proberen.

Traplopen met krukken. Grote vraag: waar is die andere kruk?
Zoals zo vaak in dit soort gevallen was de klacht al sterk verminderd tegen de tijd dat ik bij de expert in kwestie beland was. Afspraak toch maar laten doorgaan: een mooie gelegenheid om wat meer aanwijzingen over krukkengebruik in het algemeen te verzamelen, en me voor te bereiden op Het Grote Gipsverwijderen. De krukken staan niet te hoog (zoals ik misschien dacht), en ik heb een nieuwe techniek voor traplopen geleerd. Verder was de boodschap dat ik vooral niet teveel haast moet hebben ("Moet ik u afremmen of motiveren? Afremmen? Ja, dat dacht ik al") want in pezen zit nu eenmaal niet zoveel rek, al wil je nog zo graag.

Voor vandaag stonden achtereenvolgens een bezoek aan de gipskamer en een bezoek aan de afdeling chirurgie op het programma. De gipsmeester die het gips verwijderde was dezelfde als degene die het vorige week verwijdde, al bleek dat niet meer in zijn geheugen te zitten. (Wie ben ik om daarop kritiek te hebben...) Mijn been kwam er optisch ongehavend uit, maar aangezien de wondbedekkende pleister bleef zitten ("die gaat er over twee weken af") weet ik nog niet of het herstel daarvan voorspoedig verloopt. Nou ja, ik voel er hoegenaamd niets aan, dus het zal wel goed wezen. Een rektest ontlokte de meester de opmerking dat de enkel al best een eind kon buigen. Dat is in ieder geval uitstekend nieuws.

Achillespees van tape
Tot mijn verbazing kreeg ik vervolgens de vraag of er weer gips omheen moest, of toch liever tape. Mijn voorkeur was duidelijk genoeg, maar dat de keus aan mij was kwam me nogal bizar voor. Wat voor basis heb ik nu om zo'n afweging te maken? Alleen mijn eigen mobiliteit. Tape dus. Er werd een kunstwerk om mijn been heen gefabriceerd bestaande uit wat de goede man een "kunstmatige achillespees" noemde - zie foto. Een enorme opluchting - zoveel meer vrijheidsgraden! Ik vroeg me wel af wat mijn tweede bezoekje, aan de chirurg, nu eigenlijk nog moest opleveren, aangezien er nu toch weinig meer te inspecteren viel. Die vraag werd onmiddellijk daarop ook door de kunstenaar in kwestie gesteld: hij suggereerde dat ik dat ook wel over kon slaan, en gewoon over twee weken bij hem zou kunnen terugkomen.

Alweer een keuze waarop ik niet was voorbereid! Het idee dat je bij een specialist zou wegblijven omdat een andere heelmeester dat suggereert was voor mij nieuw. Het leek me op z'n minst onbeleefd. Mijn informatiehonger gaf de doorslag: wat mag en kan ik nu in mijn nieuwe toestand? Met het gips was dat duidelijk: ik mocht alles dat ik kon (en dat was niet veel). Nu kan ik weer bewegen en rekken wat ik wil, maar de opmerking van de fysiotherapeut indachtig zal er toch wel een grens zitten aan wat verstandig is.

Het kán wel!
Om een toch al lang verhaal kort te houden: na de lunchpauze sprak ik een vertegenwoordiger van de afdeling chirurgie (volgens mij niet een van de chirurgen zelf, maar de hiërachieën in een ziekenhuis zijn complex en worden zelden uitgelegd). Ook hij trok het nut van de afspraak in twijfel, en moedigde me aan vooral zelf uit te proberen wat ik nu wel en niet kon. Niet helemaal de vezelrijke informatiemaaltijd waarop ik had gehoopt; maar dat zullen we dus maar doen. Ik ben benieuwd hoe lang het kunstwerk van tape bestand zal blijken tegen mijn experimenteerdrift. Misschien dat ze toch maar zo'n skischoen uit de kast trekken als ik hier volgende week terugkom met een gescheurde kunstmatige achillespees.

Mijn project voor komend weekend: op de bal van mijn rechtervoet proberen te lopen. Volgens mij moet dat kunnen: ik train dan alleen spieren en belast de pees niet. Daarna maak ik wel weer een afspraak met "mijn" fysiotherapeut. Zelfredzaamheid is het devies. Over twee weken weer naar het ziekenhuis: opnieuw een combi gipskamer/chirurgie, ditmaal zonder lunchpauze ertussen en hopelijk met een zinvolle rol voor alle partijen.

Monday 26 January 2015

Iets aan de hand?

Geen kant op
Ik schreef het al: de nieuwigheid is er een beetje af, het mag nu wel eens een keer voorbij zijn. Niemand hoeft me te vertellen hoe weinig realiteitszin uit die opmerking blijkt, of dat ik blij moet zijn dat het allemaal alleen maar een kwestie van tijd is, of dat ik gewoon even de tanden op elkaar moet zetten: ik weet het en vertel het mezelf voortdurend; maar aangezien ik hier een eerlijk verslag wil uitbrengen van wat me overkomt hoort daar ook bij dat ik momenteel een beetje in een dip zit.

Zaterdag sneeuwde het dikke vlokken, voor ons deel van het land de eerste keer deze winter. Het leverde een mooi plaatje op, zeker toen later op de dag de zon zich liet zien. Naar buiten starend drong stukje bij beetje het besef tot me door dat dit voor mij een absolute veroordeling tot thuiszitten inhield. Krukken in de sneeuw? No way, op een natte vloer dreigen ze al weg te glijden. Rolstoel in een sneeuwlaag van een paar centimeter? Ga toch weg, die wielen slippen al op linoleum. Zelfs in een auto stappen is al veel gevraagd, want ja, je moet toch op z'n minst bij die deur komen.

Voortbordurend
Nou goed, hopelijk leer ik op deze manier wat tolerantie voor (andere) mensen die niet helemaal gezond van lijf en leden zijn, en bij (naar mijn gevoel) het minste of geringste claimen dat ze geen stap meer buiten de deur zetten. Het kan dus écht niet. No kidding!

Een paar dagen binnen zitten is ook niet het eind van de wereld natuurlijk: met een boekje sla je je er wel doorheen, en Amazon was deze week zo vriendelijk me op aanvraag nog een paar duizend pagina's Neal Stephenson toe te sturen. Bovendien heb ik er een borduurwerk bijgepakt dat ik meer dan vijftien jaar geleden links heb neergelegd, en daarmee vergleden de uren snel genoeg. Borduren (net als andere vormen van knutselen) houdt het visuele deel van je hersenen intensief bezig terwijl het auditieve deel vrij is om indrukken op te doen: daardoor ontstaat het merkwaardige effect dat delen van het borduurwerk achteraf een heel sterke associatie oproepen met waar je naar luisterde op het moment van afmaken - op dezelfde manier als soms geuren een dergelijke associatie met zich meedragen.

Asymmetrische handvatten
Toch: aan het eind van het weekend was een andere sterke indruk dat mijn hele bestaan zich de afgelopen 50 uur heeft afgespeeld op nog geen 20 vierkante meter; en dat benauwt. Daarbij voegt zich nu een ander probleem: ik krijg op diverse manieren last van een te gefixeerde houding of onnatuurlijke bewegingen. Mijn been zou heel graag iets anders willen dan recht naar voren gestoken worden, en mijn rechterhand geeft onmiskenbare protesten tegen het al te vaak dragen van mijn halve gewicht. Vooral dat laatste baart me zorgen: ik moet waarschijnlijk nog een paar weken met die krukken voort, hoe moet dat nou als mijn hand niet meer mee wil werken? De handvatten zijn mooi naar mijn grip gebogen (ze zijn dan ook asymmetrisch, ik sta nogal eens te hannesen omdat ik links en rechts weer eens verwisseld heb), en leiden het grootste gewicht naar de hiel van de hand; daar komen de protesten vandaan. Doet behoorlijk pijn, ook bij andere handbewegingen, hoewel er niets aan te zien is.

Omdat ik daarnaast ook gewoon fysiek moe ben heb ik nu besloten me deze week voor 50% ziek te melden. De bedoeling is dat ik wat beter kan berusten in het feit dat ik zo weinig voor elkaar boks door formeel vast te leggen dat er gewoon niet meer in zit. De hoeveelheid werk die blijft liggen wordt er niet minder van, maar hopelijk wel mijn frustratie. Of het helpt weet ik niet; het valt in ieder geval te proberen. Wordt vervolgd!

Friday 23 January 2015

Routine

Bureau met kruk en spelfout
Sinds maandag zie je me als het maar even kan met mijn been, of liever nog beide benen, languit gestrekt op een andere stoel of kruk. Krukje onder m'n bureau, stoel aan de andere kant van de tafel: zo gepiept. Het verschil is duidelijk voelbaar: zodra ik weer ga staan loopt m'n been vol en wordt alleen nog bij elkaar gehouden door een stevig laagje blauw omwikkeld gips. Ga ik zitten dan loopt het weer leeg en zit het gips los.

Het nieuwe is er wel zo'n beetje af nu, en de routine treedt in. Alles loopt eigenlijk op rolletjes. Stefan Blom, die ook als er geen invaliden te vervoeren zijn op heen- en terugreis langs ons huis rijdt, is zo vriendelijk elke keer te stoppen om mij in dan wel uit te laden. Ook voor hem inmiddels al routine: rolstoel uit de garage in de achterbak, Arend met krukken en al voorin. Op de UT is het een tikje lastiger aangezien de afstand van parkeerplaats naar Zilverling, ons kantoorgebouw, toch algauw 150 meter bedraagt: dat is rolstoelwerk, deels door wat kiezelzand, en gaat mijn krachten vooralsnog te boven. Kwestie van duwen.

Niet lullen, bridgen!

Op het werk hoef ik inmiddels nog maar een of twee keer per dag te vertellen wat er aan de voet is. Ik probeer af en toe wat variaties uit, met weinig succes. Eigenlijk flauw, want je mag er van uitgaan dat de vraag uit interesse gesteld wordt; maar tientallen keren exact hetzelfde verhaal vertellen ligt me niet zo goed. Ik ken mensen die dat wél kunnen, en heb daar een zekere mate van bewondering voor: mij bekruipt na een keer of drie een vorm van verveling: hoor hém nou weer, dat weten we nu wel eens! Gisteren (donderdag) had ik Hengelose bridgeclubgenoten bereid gevonden me op te pikken en mee naar de clublocatie in Enschede te nemen (Bridgeclub Schuttersveld, genoemd naar de oude textielfabriek waar het ooit een bedrijfsvereniging van was); vervolgens mocht ik daar twintig keer achter elkaar vertellen waarom ik op krukken liep. Dat was een beetje een beproeving. Er was nog wel wat variatie in de openingszin: "Zo, wezen skieën?" was de meest gehoorde, waarop ik dan weer kon antwoorden dat een potje squash ook heel effectief kan zijn. Gelukkig zijn bridgers stereotyp monomaan, dus er kon ook gewoon gebridged worden.

(Aardige anecdote, die verder nergens iets mee te maken heeft: Jan en Inez, die mij ophaalden, wisten toevallig dat Selma, die ik ook al zo'n vijftien tien jaar van dezelfde club ken, vroeger - zo'n 20 jaar geleden - in ons huis woonde! Wij wonen er nu zelf zeven jaar, maar tussen haar en ons zitten tenminste twee andere bewoners. No way dat we daar zonder gescheurde achillespees ooit achter gekomen zouden zijn. Selma en toenmalig partner hebben destijds het tweede, kleine, badkamertje laten aanleggen dat onze kinderen nu gebruiken.)

Nu het avontuurlijke er een beetje af is mag het eigenlijk ook wel weer eens voorbij zijn. Helaas zit dat er nog even niet in. Nog een weekje voor het gips eraf gaat. Ben heel benieuwd of ik mijn been terugken als ik het weer zie, en wat ik dan wel en niet kan en mag.

Monday 19 January 2015

Something old, something new, something sawn, something blue

Onpersoonlijk personenvervoer
Maandag de gipskamer opgezocht, om mijn been wat meer ruimte te geven. Ik kon er om 11:00 terecht, mooie tijd ook voor de chauffeuse, geen spitsverkeer (o hoe mis ik mijn fietsje, waarmee je ongeacht de tijd van de dag in 10 minuten naar de andere kant van Hengelo crost). Helaas was Elise in slechten doen (misselijk) zodat ik moest terugvallen op een wat onpersoonlijkere vorm van personenvervoer en om 10:30 een taxi liet voorrijden.

Gipskamer is een mooi omschrijvend woord: er kan geen twijfel aan bestaan wat daar gebeurt. Helaas heeft de kamer geen balie, zodat je voor een dichte deur staand, met een handgeschreven briefje "we zijn met een gast bezig" erop getaped, niet zo goed weet wat nu te doen. (Misschien stond er wel "patiënt" trouwens.) Indachtig het principe dat zowel gasten als patiënten onuitputtelijke bronnen geduld hebben (waar komt anders het Engelse woord "patience" vandaan) zette ik mij eerst maar eens in een belendende wachtkamer neder. Ook al zo'n woord dat niets te raden overlaat. Gelukkig had ik, wijs geworden, een lijvig leesboek bij me.

Ik krijg het nog wel uit
Een half uur later werd ik uit mijn eenzaamheid verlost door een ouder echtpaar, de vrouw een arm in het gips met een akelige zwelling aan haar hand: duidelijk ook een gevalletje gipskamer. Wat kordater aangelegd dan ikzelf, en ook een tikje mobieler, besloot ze na even wachten toch maar eens een klopje te wagen bij De Deur. Wie schetst mijn verbazing toen die gastvrij openzwaaide en niet alleen zijzelf maar ook ik onmiddellijk werden toegelaten tot de overigens ook geheel gast-vrije ruimte! De gipsbroeders verklaarden dat ze net op het punt stonden ons te halen. Wat een toeval! Handig ook dat het briefje gewoon kon blijven hangen.

De gipszaag
Na beschrijving van mijn symptomen - knellend gips, inslapend onderbeen - werd er snel actie ondernomen. De sok die ik om koude tenen tegen te gaan om het gips getrokken had ging er af, onder medeneming van de lentegroene laag, die niet meer dan een wikkel om een toch wel tamelijk gipsachtig uitziende (namelijk oneffen en dikke) witte vorm bleek te zijn. Vervolgens kwam er een handcirkelzaagje tevoorschijn, waarmee het geheel van boven tot onder werd opengezaagd. Het zaagblad kietelde mijn beenhaar, een griezelige gewaarwording, maar het daadwerkelijke zagen bleef tot het gips beperkt. De naad werd met enig geweld en gekraak en specialistisch instrumentarium een centimeter opengewigd, en... dat was het! Ik verwachtte dat het gips opnieuw aangelegd zou worden, maar niets daarvan. Bijna voordat ik er erg in had kwam er weer een nieuwe wikkel omheen - ditmaal saai donkerblauw. De naad kan je zien zitten, als je weet waar je moet kijken.

Blauw gips (?) met zaagnaad
In ieder geval heeft dit de nodige verlichting gebracht. Operatie geslaagd. Indachtig mijn voornemen heb ik nog geïnformeerd naar "ski"schoenen als alternatief voor gips. Het antwoord ging dusdanig in tegen wat ik daar zelf over gehoord en gelezen heb dat ik geneigd ben te denken dat de man niet wist waar hij het over had. Ook zijn bewering dat het toch wel degelijk gips en geen kunststof is waarin mijn been is ingepakt kan ik niet goed op waarde schatten: als het gips is, hoe kan het dan dat het zo snel droogde? Omdat ik inmiddels wel heb geleerd dat lang niet iedereen durft toe te geven dat-ie iets niet weet, en sommigen daar tamelijk geïrriteerd door kunnen raken, heb ik niet heel lang doorgevraagd.

Wat me wel duidelijk is geworden is dat ik geen uitzondering vorm op het principe dat gegipste benen zoveel mogelijk in de hoogte dienen te worden gestoken. Waarvan akte: dat hadden we dus even gemist.

Een tweede taxi bracht me naar de universiteit, met een tussenstop bij een pinautomaat - het concept van elektronisch betalen is in de Hengelose taxibranche nog onbekend. Gelukkig had ik vorige week meteen al afgesproken dat eventuele kosten voor woon-werkverkeer door de vakgroep betaald worden. Maar we blijven natuurlijk zoveel mogelijk gebruik maken van de diensten van bereidwillige familie en collega's. Ik heb niets te klagen.

Sunday 18 January 2015

Tips voor gips

Mineraal gips
De pijn op de plaats van de operatie, sowieso niet continu of heftig, is inmiddels gedaald tot nul of iets daarboven. Alleen als ik wat met mijn tenen wriemel voel ik de plek. So far, so good; tijd om de aandacht te richten op een zo snel mogelijk herstel, onder behoud van zoveel mogelijk mobiliteit. Having it all, zoals gewoonlijk.

Wat ik om mijn been heb heet gips, maar als ik de informatie op het alwetende internet wik en weeg kom ik tot de conclusie dat het geen gips is maar kunststof: glasfiber of polyester. Giveaway: echt (mineraal) gips doet er 24 uur over om hard te worden. Wat er nu om mijn been zit is in mijn afwezigheid aangebracht, met dat lentegroene laagje eromheen (inmiddels vervuild met blauwe plukjes joggingbroek), en was hard toen ik ermee kennismaakte. Kunststof dus.

Kunstgips
Ik heb verbazend weinig aanwijzingen gekregen over wat te doen en laten zolang ik in deze toestand rondhobbel. Bij het aanbrengen van het eerstehulpgips, vorige week zondag (dat trouwens denk ik wel echt gips was, anders had het niet kunnen afgeven na het douchen, en het duurde ook daadwerkelijk langer tot het droog was), werd me nog toevertrouwd dat ik het niet mocht belasten, dat ik regelmatig met mijn tenen moest blijven wriemelen en tiloefeningen met het been moest doen om de spieren wakker te houden en de doorbloeding te stimuleren. Na de operatie hoegenaamd niets. Was ik 'm misschien al te snel gepeerd?

Mijn dagelijkse tiloefening
Hoe dan ook, nu de pijn dus gezakt is beginnen andere ongemakken merkbaar te worden; zoals het feit dat het gips (zoals ik het toch maar zal blijven noemen, net als iedereen) op bepaalde plekken knelt en aan de randen in m'n scheen en bovenvoet drukt, en dat mijn onderbeen de neiging heeft om in slaap te vallen. Vanochtend Meiele aan de lijn gehad, vrouw van de skivakantieorganiserende Zwitserse Erik, die een jaar geleden een veel akeligere blessure (breuk) aan haar been had met een nog veel langere herstelperiode; van haar wat tips opgedaan over been omhoog houden (achteraf door het alwetende internet bevestigd) die vermoedelijk tot de standaard-instructieset van elk ziekenhuis behoren, zelfs het ZGT, maar waaraan men mij niet deelachtig gemaakt heeft (tenminste niet in bewuste toestand) en waaraan ik me totnutoe ook absoluut niet gehouden heb.

Tip van Meiele: been hoog houden bij het zitten
Conclusies: (1) snel weer de gipskamer opzoeken, als dit zo blijft zitten ken ik mijn been over twee weken niet terug; (2) manieren vinden om stationair mijn voet hoger te houden, zonder andere houdingsproblemen te veroorzaken - zoals voortdurend met gedraaid bovenlichaam zitten (mij destijds voorgehouden als een van de mogelijke veroorzakers van mijn hernia, nu zo'n 10 jaar geleden).

Als ik dan toch weer op die gipskamer ben zal ik me eens impopulair maken door te vragen waarom de skischoenoplossing nog niet tot hier doorgedrongen is. Zal wel een kostenverhaal zijn - met "nog onbewezen werking" hoeven ze niet aan te komen, als het in Zwitserland gemeengoed is werkt het in Nederland zéker. Of wie weet zeggen ze: o, had u dat liever gehad? Daar hebben we er nog wel wat van in de kast liggen, zoekt u er maar eentje uit. (Sure.)

Friday 16 January 2015

Te gast

Wie voor een (dag)opname de Ziekenhuisgroep Twente, vestiging Hengelo binnenloopt wordt geacht zich te melden bij de balie "Gastenbegeleiding". Van daaruit begeleidt (jawel) een vriendelijke dame de enigszins nerveuze gast en zijn (of haar) nog een stuk nerveuzere partner naar het juiste bed op de juiste afdeling.

Pas ter plekke aangekomen verandert de gast in een patiënt. Deze metamorfose is kenbaar aan het feit dat hij (of zij) vanaf dat moment een lichtblauw, enkel kledingstuk aan heeft dat niet aan de voorkant maar aan de achterkant sluit (en dat maar zeer matigjes).

Half negen melden impliceert een ingreep in de loop van de ochtend. Meer hoeft de patiënt gegeven zijn onbeperkte hoeveelheid tijd niet te weten. Tijdsbesef in een ziekenhuis is sowieso een merkwaardig fenomeen: niets doet er toe behalve de operatie en de bijbehorende voorbereiding en herstel achteraf, dus de dag heeft bijzonder weinig reliëf. Je verveelt je dood, naderhand lijkt het allemaal heel snel te zijn gegaan. Mijn OK zou om 10:00 klaar zijn voor ontvangst; maar even later leek er haast bij te zijn, zodat ik snel mijn blauwe voorschoot aanschoot en Elise huiswaarts ging. Ik moest aan diverse medische functionarissen uitleggen hoe ik heette, wanneer ik geboren was, wat er volgens mij vandaag gebeuren moest, en of ik allergieën had. Er werd een grote pijl op mijn rechterbeen gezet (na mijn bevestiging dat het echt rechts was - waar het gips zat). Vervolgens vertraagde alles weer.

Volgende stadium: antechambre (of een analoge term). Mijn lichaam werd aan een viertal slangen en snoeren gekoppeld: infuus, hart, bloeddruk, zuurstofgehalte. Een monitor vijf meter verderop gaf alle data weer, even later ook die van mijn buren die links en rechts geparkeerd werden. Sommigen hadden geen hartslag. Mijn overbuurman van de afdeling kwam na mij binnen maar mocht voor mij weer weg. Niet eerlijk. Ik verveelde me dood: het enige vermaak was dat mijn hartslagmeting in de war raakte op het moment dat mijn bloeddrukmeting aan de gang was. Maar naderhand leek er haast geen tijd verstreken te zijn toen ik om 10:45 de OK binnengereden werd. Toen het besef doordrong dat ik tijdens de operatie op mijn buik zou liggen werd er snel nog een tweede pijl áchterop mijn been gezet (na mijn bevestiging dat het echt rechts moest zijn - waar het gips zat). Surreëel maar vast geen sinecure. Twee bedden links van mij was een patiënt al in z'n linkeroog gedruppeld terwijl hij toch echt een ingreep aan z'n rechteroog verwachtte.

Hier is het gebeurd!
OK. Handje van de anesthesist, handje van de chirurge. Ik wist nog steeds mijn naam, geboortedatum, welke ingreep ik verwachtte. Het bed werd naast de operatietafel geparkeerd, zodat ik verdoofd en wel zonder al teveel moeite daarop gekieperd zou kunnen worden. Daarna

werd ik wakker in de uitslaapkamer alsof er geen tijd verstreken was, hoewel ik merkwaardig genoeg wel in een droom verwikkeld was. Ze zeggen dat (sommige?) dromen pas in de seconde voor het wakker worden ontstaan, maar dan voelen alsof ze heel lang geduurd hebben. Het gips om mijn been (het rechter!) zat wat steviger en was nu lentegroen. Een hoopvol teken.

Skischoen in plaats van gips: Want!
Ik was duf maar niet misselijk, tot mijn vreugde. Bepaald hongerig en koffiebehoeftig ook: die ochtend niet gegeten, en de laatste caffeïnestoot was ook al zo'n 16 uur geleden. Nadat ik blijk had gegeven te weten wie ik was werd ik naar m'n kamer gereden, waar uiteindelijk in beide behoeften voldaan werd. De informatiebehoefte volgde: waarom had ik zo'n pijn in mijn keel, en o ja, hoe was de operatie eigenlijk verlopen? Het eerste bleek het gevolg te zijn van de buis in mijn keel tijdens de operatie, noodzakelijk voor beademing. Het enige nadeel aan een totale verdoving dat ik vooralsnog heb ontdekt. Voor het tweede kreeg ik nog wat later de chirurge aan de lijn, die tegen die tijd in de vestiging Almelo was; ze vertelde me dat ze de peesscheur wat lager had verwacht dan waar ze 'm uiteindelijk had aangetroffen, daarom was de snee wat langer geworden. Had ik ze wel kunnen vertellen misschien (ik weet waar ik die knap voelde), maar ja, dat is me nou net niet gevraagd. Ach ja, een paar centimeter meer of minder: de jaap die ze 33 jaar geleden nodig hadden om iets uit mijn linker knieholte te verwijderen slaat toch alles. Littekens zijn het geheugen van het lichaam.

Ik veranderde weer van patiënt in gast, en Elise haalde me rond 15:00 op. Het lentegroene gips moet twee weken blijven zitten; daarna tape, oefenen, langzaam de voet weer recht krijgen. Ik ben in het bezit van een afspraak op 29 januari, een dag waarvan mijn agenda tot voor kort liet zien dat ik in Brussel zou zijn - bijna die hele week trouwens. Dag Brussel!

Erik, die in Zwitserland woont, was verbaasd dat er hier überhaupt gips aan te pas komt. Hij had het over nifty skischoenen die dezelfde functie zouden vervullen. Dat zou ik ook wel willen. Hij gaf me trouwens weinig hoop dat je daarmee ook daadwerkelijk kan skiën; ik heb mijn skivakantie begin februari maar afgezegd, al heb ik dan ook tegen die tijd geen gips meer.

Thursday 15 January 2015

Mechanica en psychologie van een rolstoel

Rolstoel voor smalle mensen
De rolstoel die we van de thuiszorg hebben geleend is een bruikbaar ding. Aanvankelijk leek het grootste probleem om de krukken erin kwijt te kunnen, nadat de man-van-de-thuiszorgwinkel had beweerd dat daar geen voorziening voor zou zijn; thuis gekomen bracht een stukje ongeloof en een beetje snuffelwerk echter een houder en klitteband aan het licht die duidelijk precies voor dat doeleinde op de wereld waren.

Ik kan me er zelf in voortbewegen: handen aan de wielen, en vort met de geit! De droom van elke jongen. Op een vlakke ondergrond en de korte afstand ga ik sneller dan een gewoon lopend persoon, maar in de bochten word ik al snel weer ingehaald. Hellingen zijn interessant, en ik heb al ontdekt dat de gebouwen waartussen ik me gewoonlijk op de universiteit beweeg (kantoor en kantine, basically) meer hellingen kennen dan ik ooit beseft had. En natuurlijk mag ik nu eens zonder schuldgevoelens de lift in, inclusief dat kleine goederenliftje waarvan ik me altijd al had afgevraagd hoe dat nou precies werkt. (Antwoord: l a n g z a a m.) Liftprocedure: achterwaarts inparkeren, zodat je er weer uit kunt zoeven zodra de deuren opengaan.

Voorzien van niet-smal persoon
en krukkenhouder
Vanochtend heb ik mezelf en de rolstoel maar eens op de proef gesteld met een tochtje naar de apotheek van een paar honderd meter, tijdens een van de zeldzame droge perioden. Onderweg ontdekt dat ook hellingen overdwars lastig zijn: de rolstoel wil graag naar beneden, en dus blijft er niets anders over dan maar één wiel aan te drijven: in feite een continue stuurbeweging. En dan besef je al snel dat elke weg, en ook elk fietspad, overdwars helt, met opzet, om regenwater naar de zijkanten te laten stromen. Dat is me toch een partij vermoeiend! De voordelen van asfalt worden volkomen teniet gedaan door de nadelen van het eenzijdig moeten aandrijven. Ik vraag me af of die rolstoelen van professioneel gehandicapten, met die schuinstaande wielen, dat probleem ook hebben. Vast niet.

Onze apotheek is populair onder de honderden bejaarden die er vlak achter wonen, in 't Zwavert. Veel rollatoren. Voor het eerst voelde ik me er helemaal thuis. Ik kwam er de rest van mijn anti-trombosespuitjes halen, waarmee ik mezelf moet injecteren zolang ik in 't gips zit. Daarna de even lange maar lichtelijk minder vermoeiende rit terug: wind mee, en ik weet nu dat de apotheek 50cm hoger ligt dan ons huis. Minstens.

Antitromboseprikjes
Ook deze ervaring helpt om de beperkingen van mijn (tijdelijke) beperking beter te leren kennen. Honderd meter is opeens een niet-verwaarloosbare afstand. Volgende week naar de Universiteit Utrecht, om daar een eendaagse cursus te geven? Toch maar niet... Spijtig!

Ander opmerkelijk effect: in een rolstoel word je niet herkend. In de wandelgangen van de Zilverling en Waaier liepen allerlei collega's me niet-groetend voorbij. Een vorm van schaamte? Floris analyseerde het aldus: om iemand te groeten moet je 'm herkennen, en om iemand te herkennen moet je 'm aankijken. Dat gaat in één moeite door als diegene zich op ooghoogte bevindt: gewoon een kwestie van scannen van je omgeving, iets wat we van nature voortdurend doen. Maar iemand aankijken die zich een meter lager bevindt vergt een doelbewuste actie, en die wordt niet genomen omdat het onbeleefd zou lijken - het zou de indruk van aanstaren geven. Toch een vorm van schaamte natuurlijk, of is dat niet het juiste woord?

Morgen (donderdag) onder 't mes! Er is netjes gebeld gisteren: 8:30 melden, 's ochtends is het zover.

Wednesday 14 January 2015

Ontvoet, gekrukt

Arend in niet-lieve modus
Wat je allemaal wel en niet kunt wanneer je alles op één been + krukken moet doen: het dringt maar langzaam door. Ik ben momenteel geen lieve man, ik wil bij voorkeur alles kunnen, maar ik kan niet alles - en dat frustreert.

Opstaan, wassen, aankleden: check. De trap is een uitdaging, stabiliteit is vereist: niet iets voor een (slaap)dronken kop. Gelukkig slaap ik goed, en de alkohol laten we voor de verandering maar eens een tijdje staan. Als ik hier lichter uitkom is dat winst uit een rotsituatie.

Douchen was gisteren nog geen daverend succes. Met mijn been in een vuilniszak en huishoudfolie om het af te plakken leek het heel wat, maar na afloop bleek de onderkant van het gips toch nat te zijn geworden, met als gevolg dat ik de hele slaapkamer, gang, trap en keukenvloer van een dun maar (toen het eenmaal droog was) goed zichtbaar wit laagje heb voorzien.

Brood smeren, koffie zetten: check. Maar nu: hoe komt dat belegde brood en die ingeschonken koffie naar een ontbijttafel? Daar ligt een oplossing niet direct op de loer: dingen horizontaal houden en vooral ook geleidelijk bewegen is er eigenlijk niet bij. Dat is dus ontbijt aan het aanrecht.

De vloer gegipst
Om mijn laptop ergens op te stellen moet-ie ook verplaatst worden, maar voor dat doeleinde heb ik een 20 jaar oude schoudertas van zolder gehaald (nou ja, dat heeft Elise gedaan): porteerbare dingen daarin, om de schouder, huppakee. Maar voor brood en koffie is dat niet zo'n fantastische oplossing.

Tenslotte: hoe ver kun je gaan? Vijftig meter blijft een hele hijs. Voor langere afstanden is er gelukkig de rolstoel (waarover later meer). Ik zie het positief: als ik hier met indrukwekkend gespierd bovenlichaam uitkom is ook dat winst!

Tuesday 13 January 2015

Hoe plan je een operatie?

Zó standaard...
Het fileverkeer op de grauwe maandagochtend noopte niet echt tot vrolijkheid, maar gelukkig had men op het ziekenhuis een klucht in petto.

Het afsprakenbureau, waar wij ons moesten melden, heet voluit "Servicebureau Opname en Anesthesie" (O.16) en dient men dus op de web site en informatiezuilen te zoeken onder de S. Maar je kunt het natuurlijk ook vragen. Aldaar aangekomen, ik in een karretje geduwd door Elise omdat dit toch wat verder was dan de 20 meter die mijn krukken me comfortabel brengen, werden we vriendelijk aan de balie ontvangen en ingeroosterd om achtereenvolgens een doktorsassistente, een anesthesioloog en een professionele operatie-inplanster te spreken te krijgen. En o ja: vult u deze vragenlijst maar in.

Ternauwernood aan de eerste vraag begonnen ("Bent u ergens allergisch voor?") ging de eerste deur al open, waarachter een keurig gepermanente middelbare dame diezelfde vragenlijst met ons doornam en op een webformulier invulde. De operatie, wist ze ons te vertellen, zou waarschijnlijk donderdag plaatsvinden; wij zouden nog gebeld worden over de tijd waarop ik me dan moest melden.

Rechts: zoeken naar peesresten...
De anesthesiologe, een jonge vrouw van buitenlandse origine, ging voor de goede orde nog maar eens alle vragen langs (naam, geboortedaum, aandoening, allergieën). Ook zij voorzag een donderdagse operatie, en vulde op een webformulier in dat ik de voorkeur gaf aan algehele narcose. Het was duidelijk dat dat niet de meest gebruikelijke keus was, maar als ze een uur lang in mijn kuit gaan zoeken naar peesresten ben ik daar liever niet bij. Een half jaar geleden is mijn andere kuit onder handen genomen om daar een spatader te verwijderen; de opmerkingen in de trant van "O, dat was nou niet de bedoeling" en "Deze zit wel heel erg vast" vond ik maar in beperkte mate humoristisch.

De laatste deur, die bijna meteen na het verlaten van het anesthesiologenkantoortje voor ons opende, gaf toegang tot een derde dame, wier functie was ons te vertellen (na mijn naam, geboortedatum en aandoening geverifieerd te hebben) dat de operatie donderdag zou plaatsvinden. Toen wij zeiden dat ons dat al gezegd was reageerde ze licht verbolgen - begrijpelijk, want haar bestaansrecht werd hierdoor flink aangetast. Temeer daar een grotere precisie ook hier niet bereikt werd: morgen worden we gebeld over de precieze tijd.

Ziehier hoe men in een modern ziekenhuis afspraken maakt! Een paar simpele vragen die ik gemakkelijk in een paar minuten zou kunnen beantwoorden houden maar liefst drie artsachtigen van de straat - de baliemedewerkster en de sowieso onbeperkt beschikbare tijd van de patiënt zelf nog buiten beschouwing gelaten. Ja, ik begrijp dat leeftijd en, laten we zeggen, cognitieve vaardigheden van de patiënt een rol spelen, maar efficiëntie lijkt geen belangrijk criterium te zijn geweest bij het opstellen van dit protocol. De reden voor het telkens opnieuw stellen van dezelfde vragen is waarschijnlijk een combinatie van de noodzaak tot verificatie (heb ik hier de juiste persoon voor me?), gewoonte (zo doe ik het al vijftien jaar), sociale behoefte (we moeten het toch érgens over hebben, heeft u misschien allergieën) en angst voor fouten (het staat wel zo in de computer, maar ik check het toch liever nog even). Al die oorzaken zouden worden weggenomen als dit door één persoon werd gedaan in plaats van drie. Is het misschien te moeilijk om personeel te vinden dat geacht mag worden daartoe in staat te zijn?

Het zou kunnen dat ik schromelijk onderschat hoe lastig het is uit een doorsneepatiënt de noodzakelijke informatie los te weken...

Monday 12 January 2015

Een vriendelijk partijtje squash

Na een onderbreking van twee jaar heb ik het squashracket weer opgepakt. Eerst op tweede kerstdag tegen m'n broertje, in de verder verlaten Twentehallen in Enschede: verloren (hoewel ik aardig aan het inlopen was toen na precies een uur het licht uitging). Daarna op derde nieuwjaarsdag tegen m'n oude squashmaatje Lars, die het spelletje vanwege een verslijtende knie vaarwel had gezegd maar nu wel eens wilde proberen hoe het met een brace ging. Dit in de Vondersweijde in Oldenzaal, onze oude stek: een drietal banen naast het zwembad, nooit bijzonder druk. Om Lars te sparen zal ik de uitslag verzwijgen, maar de brace deed z'n werk goed genoeg om het weer met grotere regelmaat op te willen pikken.

Op zondag 11 januari een herkansing. Welgemoed begonnen, en dit keer tot en met de vierde set redelijk gelijk opgaand, voelde ik bij de stand 3-5 in punten en 2-2 in sets plotseling een klap op m'n kuit, kennelijk van een wat roekeloze Lars, waardoor ik op de grond belandde. Wel gek dat Lars meters verderop stond. En ook voelde die rechtervoet nu opeens heel vreemd aan. Eigenlijk was het ook meer een knap dan een klap. Ehhh... vandaag maar niet verder, Lars!

Nee, vandaag niet en voorlopig niet. Mijn rechtervoet plat op de grond staand voelde alsof-ie op een 30%-helling naar beneden stond, en gewicht erop zetten was duidelijk geen goed idee. Geen pijn, geen zwelling, wel een deukje in mijn kuit. Zelfs een leek herinnert zich dan al gauw dat zich in die buurt de mythische Achillespees bevindt. Lars had al gauw het nummer van de eerste hulp in Oldenzaal te pakken, maar bij nader inzien was Hengelo toch wel handiger - al was het maar omdat daar een echt ziekenhuis omheen zit, en geen dependance zoals in O.

Na wat gehannes met auto's en bestuurders waardoor Liesbeth ook nog even op bezoek kwam zat ik anderhalf uur later met Elise bij de huisartsenpost in Hengelo te wachten op mijn afspraak. Want ja, zo gaat dat: ook in het weekend, en ook bij het ziekenhuis, moet je eerst door het huisartsenfilter. Kostenbesparend, begrijpelijk, in het algemeen een goed systeem, maar als je zelf wel zeker weet dat je toch onmiddellijk doorverwezen wordt is die extra drie kwartier een beetje zonde.

(Tijd is, zoals iedereen weet die wel eens patiënt is geweest, een van de zaken waarvan je in die rol geacht wordt een onbeperkte voorraad te hebben. Geduld is er ook zo een.)

De genoemde drie kwartier later waren we aan de overkant, bij de echte eerste hulp in het echte ziekenhuis. Een doktersassistente bevestigde na korte betasting van de kuit (palpitatie, je leert er een boel woorden bij) datgene wat de huisarts ook al bevonden en ik bevroed had: achillespeesruptuur. Vervolgens vond er in onze afwezigheid overleg met de dienstdoende chirurg plaats. De uitkomst daarvan was het voorstel (sic) om dit te lijf te gaan met een operatie. Het voorstel was van een aangename openheid: natuurlijk herstel was ook mogelijk, de medische wetenschap zat niet op één lijn over wat het beste was, maar zij (ZGT Hengelo) hadden goede ervaringen met operatieve behandeling. Nou, dan weet je het als brave patiënt wel - ook al omdat ik de tijd nuttig gebruikt had door het alwetende internet te raadplegen en tot de ontdekking te komen dat een operatieve behandeling misschien wel fractioneel riskanter is maar in ieder geval een significant sneller herstel belooft.

Spitsgips
De beslissing tot operatie betekende voor nu gips rond mijn onderbeen, in spitsstand (spitsgips, spreek dat maar eens drie keer op rij uit) om de peesuiteinden niet teveel van elkaar te laten vervreemden, en de opdracht om maandagochtend langs te komen voor het plannen van de operatie. Ehhh... zegt u dat nog eens? Maandagochtend langskomen voor het plannen van de operatie. Ah, zo. Langskomen voor het plannen van de operatie zegt u? Of zei u: opbellen voor het plannen van de operatie? Nee, het was wel degelijk langskomen. Het plannen van een operatie is een intensieve operatie, dat gaat niet zomaar per telefoon. Of email. Of webservice. Goed, we komen maandagochtend langs. Tijd in onbeperkte voorraad.

De rest van de dag kon ik besteden aan het wennen aan de meegekregen krukken. Zwaar lopen als je een been niet mag belasten: na een meter of twintig beginnen de schoudertjes aardig zeer te doen. Van Liesbeth, die nog even belde om te horen hoe het allemaal verlopen was, kreeg ik de tip om een rolstoel te leen te vragen. Goed idee, zelf nog niet op gekomen. We gaan maandachochtend toch langs het ziekenhuis, dan is dat zo geregeld.